Waar was jij tijdens de WK finale in 2010? Wij gokken op Lillers. Via de officiële route moeten we vanavond in Amettes uitkomen, echter zien wij daar geen enkele mogelijkheid de finale tegen Spanje te kunnen kijken. Lillers is een stuk groter, weliswaar iets verder lopen, maar het zou toch een korte etappe zijn. Daarbij hebben we morgen een rustdag: Handen omhoog wanneer dit klinkt als een goed plan!
Na een uur lopen, pauzeren we bij een tabakszaak en bestellen er twee water met gas. We begrijpen uit de krant dat het vandaag 34 graden in de schaduw wordt, dus onze keuze om vroeg te starten wordt onderstreept. Na het debacle van gisteren, zijn we vandaag goed voorbereid. We hebben voldoende water en eten mee.
Het mag gezegd worden, het gaat vandaag geweldig, alles werkt mee! Ook nu lopen we iets meer over verharde wegen met weinig verkeer, dus dit schiet lekker op. We lopen maar één keer verkeerd en weten deze actie positief te buigen…. Een leuk cafeetje om te rusten. We oefenen hier ons Frans en krijgen als dank een totaal onverstaanbaar dialect met spuug terug.
Lillers oogt als een gezellige plaats met veel winkels, cafés en restaurants. Dit is uitstekend voor onze eerste rustdag. De gemeentelijke camping (Municipal) ligt net buiten het centrum, aan de rand van een woonwijk: omringd door een hoog hek en voor 90% geasfalteerd. Nee, kritisch zijn is nu niet gepast. Het is de enige camping.
We bellen het nummer dat op het raam van de receptie zit geplakt. De man aan de andere kant van de lijn hangt halverwege het gesprek op. We bellen nog eens – de aanhouder wint. De man zegt dat we rond drie uur mogen inchecken, merci, maar dat is twee uur wachten. Net op het moment dat onze topdag een klein beetje zwart rafelt, komt er een lange jongeman met een bloot volgetekend bovenlijf aanlopen en zegt dat we onze tent al wel mogen opzetten. We lopen achter hem aan het complex op.
Voor onze ogen ontpopt de meest ranzige camping ooit: overal liggen vuilniszakken. Er lopen kippen en andere, niet herkenbare, vogels. De mensen die we in onze ooghoeken zien zitten, komen doorgaans niet op onze feestjes. Eigenlijk – nu we goed kijken – zijn er ook geen andere tenten te bekennen. Er staan hier voornamelijk grote caravans met een aanhanger. In de aanhanger staat een wasmachine en koelkast, waarschijnlijk kwantumkorting.
We ontdekken twee stukjes groen. Het ene lapje ligt naast de grootste vuilnisbelt van het terrein en de ander tussen twee verroeste campers in. De jongeman wijst naar de vuilnisbelt, zegt dat we daar onze tent mogen opzetten. Wij denken dat hij een grap maakt en beginnen te lachen. Hij komt terug op zijn beslissing en wijst naar optie twee. We lopen het grasveld op en meteen staan er drie mannen om ons heen. Twee om ons een hand te geven, de ander met een fles koud water. Ze heten ons welkom en vragen uit welk land we komen.
‘Nederland,’
‘O, wat grappig. Dit is een camping met louter Spanjaarden die hier permanent wonen.’
Nee, bedankt. We kijken de wedstrijd in de stad. Na het opzetten van de tent gaan we het dorp ontdekken om onze voetbalplek voor vanavond veilig te stellen. We merken al gauw dat Lillers niet zo dynamisch is als dat we gehoopt hadden. In het enige café – Le Footbal – zeggen ze dat het afhangt van het aantal mensen dat vanavond komt of ze het waard vinden open te blijven. We vinden dit te riskant en komen uit bij een restaurant waar de eigenaar ons uitnodigt, hij regelt wel iets. Na een korte terugkeer op de camping om wat spullen mee te nemen (oranje shirt stiekem in tas), vluchten we weer snel terug naar deze veilige voetbalhaven.
Om 19.00 uur zitten we klaar en hopen – Oranje uitgedost, bij het raam – dat dit een aantrekkingskracht heeft op de andere Nederlanders in de stad (Naïef!).
We eten een heerlijke pizza en kijken met het personeel en de familie van de eigenaar de wedstrijd.
Ondanks de pijnlijk, terechte nederlaag, is het een gezellige avond. We lachen als een boer met kiespijn als we weglopen. Onderweg horen we een hoop herrie: de Spanjaarden van onze camping rijden rondjes door de stad met de hand op de claxon om feest te vieren. We feliciteren onze buren en vluchten onze tent – waar de stank van de vuilniszakken ook is doorgedrongen – in, morgen weg hier!