Trepail – Châlons-en-Champagne | Dag 23

Het is half acht en de dag start waar ze gisteren is gestopt, een monoloog van Vivienne. We willen op tijd weg, omdat we een lange tocht voor de boeg hebben en grijpen het moment dat Viviene bijna stikt in een stukje stokbrood aan om op te staan, haar te bedanken en de weg naar buiten te herontdekken.
Lubbert grijpt z’n stok en gaat in de slipstream mee.

Wij lopen vandaag de eerste kilometers samen, hij wil daarna via het kanaal tien kilometer verder lopen, waar wij een route door wat kleine dorpjes prefereren op weg naar Châlons-en-Champagne. Lubbert is ongeveer tegelijk met ons – maar dan vanuit Nederland – gestart met lopen. Hij is streng gelovig en vertelt dat hij drie keer per dag bid via de gebeden op zijn telefoon. Hij heeft zich vooraf goed laten informeren door ervaren pelgrims en heeft toe nu toe nog nauwelijks geld uitgegeven. Wanneer hij in een dorp arriveert, zoekt hij altijd als eerste de kerk op en zo nodig de Marie. Als hij ze vertelt dat hij pelgrim is en een slaapplek zoekt, is succes gegarandeerd. Dat doet hij goed!

De eerste weken zijn voor ons juist prijzig geweest. We hechten toch wel waarde aan een goede slaapplek en hebben vaker voor pensions en campings gekozen, soms ook noodgedwongen omdat de dorpen waar onze Via Francigena doorheen komt minder op pelgrims gericht zijn.
Wij zijn er wel aan toe om de komende tijd wat meer te experimenteren, wat te oefenen met de kunst van het loslaten.

De tocht gaat voorspoedig, alleen zo’n twintig kilometer voor de finish wil het niet meer: we lopen verkeerd, houden (te) lange pauzes en hebben vermoeide benen. Tot overmaat van ramp begint het te regenen. Frankrijk is lelijk. Lopen is stom.

Met hangen en wurgen arriveren we in de gotische kathedraal van Châlons-en-Champagne. Bij het halen van een stempel, zien we twee backpacks. We menen die van Lubbert en die van Hans, de Twentse hopper.

Het klopt en we spreken elkaar kort, wensen ze een fijne reis omdat onze wegen zich gaan scheiden. We verlaten de kathedraal, de stad en lopen naar de camping drie kilometer buiten het centrum.

‘Laten we maar vroeg gaan slapen,’ zeggen we tegen elkaar na het eten van een bord natte friet.

2 comments

  1. Floor says:

    Ewout, wat een mooie inspirerende kleine verhaaltjes. Echt leuk om te lezen en mee te leven, in retrospectief mar toch. Ik herken het van mijn fietstochten de mooie ervaringen. Hoog tijd voor een nieuwe trip. Het gaat jullie goed.

    • Ha Floor! Toch mooi dat we op deze manier opnieuw met elkaar in contact komen. Dat hele internet zou nog best eens wat kunnen worden, wat denk jij?
      Verder erg eervol als onze verhaaltjes jou het laatste zetje geven weer op de fiets te stappen. Gelijk heb je, het is gewoon heerlijk om onderweg te zijn.

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *