We slapen fantastisch in de stilte van onze miniboerderij. We gaan vandaag over de 650 kilometergrens én naar een stad op ons vlaggetje. Even uitleggen: op onze backpack hebben we een vlag met daarop een rechte lijn van Canterbury naar Rome, tussendoor staan er wat grote plaatsen met een kathedraal. Het zijn onze tussendoelen tot zover Canterbury, Loan, Reims en vandaag Langres.
Met masseerwerk en icepacks voelt de knie volgens Jolanda goed, dat dit gevoel klopt blijkt uit het tempo deze ochtend. Het weer is geweldig voor ons en dramatisch voor de kampeerder met heuptas: geen zon, een beetje regen, toch zuipen we wel als een gek ons water op. Vlak voor Langres bellen we aan bij het eerste huis dat op ons pad komt. Een verzorgde Franse dame met een Brits tongval nodigt ons binnen uit. We krijgen verse jus d’orange en ze vult onze watertanks.
Ze vertelt dat wanneer haar man – brandweerman – met pensioen gaat, ze naar Santiago willen fietsen. We vertellen over onze ervaringen als pelgrim. Het is een fijn gesprek, een fijne plek.
Het blijkt hier de stilte voor de storm.
We bestijgen Langres van onderaf naar het stadscentrum op het hoogste punt tot nu toe (400 meter). Onderweg kijken we omhoog naar de stadsmuren en de kathedraal. We komen ook bijna voor de kathedraal uit, een waanzinnige motivatie voor de laatste meters.
We halen een stempel, zoeken wat praktische informatie (camping, supermarkt) en sturen bij het postkantoor nog wat spullen naar huis. Nadat we de tent hebben opgezet, eten we lekker in de stad en proosten we op de 650 kilometer.