Aigle – Martigny | Dag 47

We kunnen om acht uur pas brood ophalen, moeten dan nog ontbijten, ontmoeten een muis met een motor uit Nederland en vertrekken veel te laat.

De route blijkt niet in te korten, het gehoopte voordeel uit onze off-route vervliegt. We moeten er nog aan wennen, met alle bergen kunnen we niet even een weggetje afsnijden of een open veld doorkruisen. We moeten vijf kilometer teruglopen om daar het pad langs een rivier te volgen. Het is warm en gewoon weer afzien.

Tien kilometer voor Martigny eten we een broodje op de rand van een fontein, als er – ja, zien we het goed? Ja, kijk naar die backpack – andere pelgrims komen aanlopen.

Het is een jong koppel uit Duitsland op weg naar Rome. Voor het eerst ontmoeten we gelijkgestemde idioten en al snel blijken wij de meest ervaren idioten. Ze zijn slechts vier dagen onderweg, in Lausanne begonnen. Het valt ze zwaar en dat begrijpen we, we denken nog vaak terug aan de hel van het platte Nord Pas de Calais. Ze hebben het dermate zwaar dat ze besluiten de trein te nemen naar het plaatsje Liddes, aan de voet van de Grote St. Bernard.

Ooooh de trein, denken wij. Blijkbaar kijken we ook zo want, onmiddellijk krijgen we de vraag hoe vaak we gecheat hebben. Niet een keer, antwoorden we goudeerlijk. We hebben iedere wandelbare meter vanuit Caterbury gewandeld. Ze schudden hun hoofd en lachen alsof we een grap maken.

We nemen afscheid en gaan verder. We moeten nog wel 2,5 uur tot de kerk in Martigny, waar een zuster ons aan een slaapplek moet gaan helpen.

Wat eerst een decor was komt langzaam tot leven. De bergen. Wat gebeurt daar nu bovenop? Is het rook? Zijn het wolken? Het is sneeuw! Er ligt sneeuw op de bergen. Het is half augustus, dan wil je ijs in je cola en niet op je wandelpad.

Het is tegen zessen in de avond als er een auto stopt bij de kerk. We kunnen de spullen achterin gooien. Dit hadden we niet helemaal verwacht. Wat volgt zijn spannende minuten, want het tochtje duurt langer en langer. We scheuren Martigny uit, gaan de snelweg op en even later bij een gehucht er weer af. In gedachten zien we het Duitse naar ons zwaaien.

De auto wordt naast een klein kerkje geparkeerd en de zuster geeft ons toegang tot een huisje. Ze legt nog wat uit, maar we horen haar niet. Waar zijn we nu in vredesnaam? Hoe komen we terug? We besluiten de vragen te stellen maar ze ziet het probleem niet, je kan zo naar buiten en doorlopen naar Orsières. We willen niet direct daarheen, we willen van Martigny naar Orsières. Ze vraagt ons waarom we dat zouden willen, wij komen niet verder dan: ‘Omdat we het helemaal zelf willen doen.’ Ze trekt haar schouders op en wijst de weg naar het busstation.

We zijn moe, zijn echt blij met deze slaapplek maar als we hadden weten waar dit lag… Nu moeten we capriolen uithalen met de bus… Kunnen we dit volhouden of komen er straks vaker momenten dat we moeten smokkelen? Allemaal vragen. Hoever willen we gaan met ons principe? We zoeken eten bij elkaar en laten het rusten. ‘We doen het op onze eigen manier,’ zeggen we voor het slapen, ‘Te voet naar Rome.’

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *