Vandaag gaan we het nieuwe boek ophalen: Deel 3 van De Lightfoot Guide naar Rome. Het deel beschrijft de weg van Vercelli (waar we over twee dagen aankomen) naar Rome. We hebben gisteren even op een kaartje van de stad gekeken en volgens ons is er één echt postkantoor: deze ligt op de route van vandaag en zo staan we nu om half negen voor de deur, samen met andere tamelijk opdringerige Italianen die ook nu iets nodig hebben. Jolanda heeft de eer dit klusje te klaren, het pakket is door haar ouders op haar naam verzonden. Met paspoort gewapend staat ze in de rij, na een nummertje te hebben getrokken kan het grote wachten beginnen.
Jammero de la bammero! Er is geen pakje, er zijn vijf andere postkantoren in Ivrea. Met wat hulp en creativiteit komen we achter de bus die ons naar het goede postkantoor brengt. Een uur later zijn we weer terug – met boek – om de tocht te vervolgen. Het is inmiddels elf uur geweest.
Vertrekken na achten staat garant voor een crisisdag. Vandaag een keer niet. Door het vlakke landschap en de vele wolken gaan we als een tierelier. 12,5 kilometer in een mum van tijd.
We hebben onderweg gezelschap van de Italiaanse mosquito. Ze zitten overal. We zijn niet erg wendbaar met de backpacks op, het wegslaan van het ongedierte levert hilarische taferelen op. De tocht is te overzien en we kijken vooruit naar de camping waar we gisteren mee hebben gesproken. Het was een fijn gesprek omdat we na een warrig begin in het Duits, Frans, Italiaans en Engels gewoon verder konden in het Nederlands, want dat bleek haar moerstaal.
We hebben afgesproken dat we een klein tentje mogen lenen met twee luchtbedjes, de lichtgewicht slaapzakken hebben we gelukkig niet teruggestuurd.
Een jonge, gespierde Italiaan deelt ons bij binnenkomst mede dat hij een alternatief heeft voor het beoogde tentje. We mogen in de caravan slapen die hij op het park heeft staan. Geweldig! Met voortent, kookstel en campingstoeltjes. We bedanken en haasten om onze loopoutfit te veranderen in ons camping kloffie. Lekker met de benen omhoog voor de tent, als we zouden roken hadden we een sjekkie opgestoken.
De camping ligt aan een groot meer. Het meer van Viverone is de naam en dit blijkt een trekpleister te zijn: er zijn een stuk of twintig restaurants en bars, vele watersportactiviteiten en een handjevol hotels.
De camping waar we zitten oogt wat alternatief, het is er niet erg netjes. Het hoogseizoen is voorbij en het maakt hier een wat verlaten indruk. Wat zeuren we, kan ons niet schelen, we slaan wat proviand in en nemen een duik in het meer. Helaas komen we de vrouw die we telefonisch hebben gesproken niet meer tegen, want we zijn wel benieuwd naar haar verhaal. Haar Italiaanse man en zijn ouders runnen de tent op dit moment. Zoonlief doet de klusjes, vaders verzorgt het eten in het restaurantje en moeders gaat over de rekeningen.
De avond wordt door ons gebruikt om het nieuwe boek door te nemen en door de muggen gebruikt om een landkaart van de alpen in onze benen te graveren.