Fiorenzuela d’Arda – Fidenza | Dag 64

We komen op tijd aan in een Fidenza, de plek voor onze rustdag. We krijgen een kamer aangeboden boven een Irish Pub. We nemen de tijd voor een middagdutje.
Het is tegen zessen als we ontwaken vanuit een diepe nazomerslaap en maken ons op voor een korte wandeling naar het prachtige, historische centrum.
Terwijl Ewout nog wat spullen in het dagtasje stopt, gaapt Jolanda nog even een keer flink.
Hoe het gebeurt, het gebeurt… Kaak uit de kom.

Een jaar of vijf geleden is dit ook al eens gebeurd. Toen moest er een dokter ingeschakeld worden om het euvel te verhelpen. ‘Je kan het ook zelf door iemand laten terugzetten als het nog eens gebeurd’, had de beste man gezegd.
Daar zitten we op de rand van het bed. Jolanda met haar mond open, Ewout overigens ook maar van verbazing. We hebben dit scenario een paar jaar terug, in een melige bui, al eens in slow motion geoefend voor als het eens mocht gebeuren.
Het is tijd voor de vuurdoop. Duimen ver in de mond tot achter de kiezen, kaak naar beneden, naar voren trekken en terug.
Pijn, pijn, pijn.
Het is duidelijk dat Ewout dit als hobbydokter niet gaat oplossen. Hij snelt naar beneden om de vriendelijk en tevens Engels sprekende hotelier te vragen om een dokter. Het is zondag en we krijgen het advies het ziekenhuis even verderop te proberen.

Een Italiaan die aan de bar zijn tweede kraslot aan het wegkrassen is, krijgt de opdracht ons te brengen. Ewout stapt naast hem de Opel Kadet in, Jolanda gaat met een sjaal voor haar mond op de achterbank zitten.

De wachtruimte blijkt hysterisch vol. We gaan naar een balie maar niemand spreekt hier Frans, Duits, Engels of iets van herkenbare klanken. In een uiterste poging duidelijk te maken waar we voor komen, trekt Ewout de sjaal van Jolanda weg. De receptioniste slaat op een rode knop en vanuit een klapdeur komen twee artsen die Jolanda meenemen.

Jolanda krijgt op alles en iedereen voorrang, alleen geen uitleg over wat ze van plan zijn. We verkassen vier keer naar een nieuwe ruimte. Tot twee maal toe probeert een dokter de kaak terug te zetten, het lukt niet.

Tijd voor foto’s.
Nee, nee. Röntgenfoto’s.

We wachten een uur als Jolanda weer meegevraagd wordt naar een klein kantoortje waar ze een rustgevend goedje inspuiten. Er komen vijf man om haar heen staan. Twee houden haar armen vast, een haar hoofd, een houd haar mond open en een specialist wrikt. Het is afgrijselijk om te zien. Gelukkig herkend een van de artsen de doodsangst in de ogen van Jolanda.

Na een kort overleg begrijpen we dat we moeten wachten op vervoer.
Een uur later stappen we een ziekenwagen in die ons naar het ziekenhuis in Parma brengt. De pijnstillers werken goed dus terwijl we over de snelweg scheuren, probeert Ewout wat grapjes over dat Parma van de ham is, en dat van Ham je mond dichtgaat en we daarom onderweg zijn. Jolanda weigert te lachen.

In Parma werkt er een specialist in kaakgewrichten, in ons hoofd een soort Lambik met een koevoet. Het blijkt een tengere dame die de kaak inspecteert en iets doet wat vijf boeren in Fidenza niet voor elkaar kregen, terug in de kom.

Het gewricht wordt daarna vastgezet met een rekverband.
Drie dagen niet praten. Vloeibaar eten. Daarna verband eraf en nog vier dagen vloeibaar eten.

Eenmaal terug in de pub voelt Jolanda zich een stuk beter. Ze lacht (geluidloos) om de situatie en maakt zich geen zorgen. We gaan samen naar de supermarkt om babyvoeding en shaken te kopen. De komende dagen kijken we of het lukt voldoende energie binnen te krijgen om door te lopen.

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *