Wat vroeger de Via Francigena was, is nu de Via Cassia: een drukke autoweg naar Rome. Een kilometer langs deze weg voelt als 10, dus we lopen via de rustige binnendoor wegen. Het is niet de snelste weg, we draaien over, langs en door de grote heuvels van het Toscaanse landschap. Het zijn lange, uitgestrekte paden waar we uren lopen zonder iemand tegen te komen, soms zien we een boerderij, vaker een verlaten, vervallen pand. De omgeving is dor.
De weg leidt naar Radicofani, op 700 meter hoogte. Zo’n dorp is een grote ontdekkingsreis, tot een dag geleden wisten we niet van het bestaan. Toeristen zien we ook niet meer, de tijd heeft hier stil gestaan. Ook hier vond men het nodig de Via Francigena vanaf hogerop te beschermen, en prijkt er een kasteel boven het dorp uit. De huizen zijn van grote, grijze stenen gemaakt, afgewisseld door houten pilaren. De straten zijn smal en lopen dwars door elkaar, het barst hier van de specialistische winkeltjes.
We bellen volgens afspraak de beheerder van de speciale pelgrimswoning dat we zijn gearriveerd. Hij ratelt wat Italiaans om onze basiskennis te testen en hangt op, een topgesprek voor ons doen. Een kwartier later komt hij aanlopen. Meestal worden we weggestopt in een gat onder de grond, hier betreden we naast de kerk op het dorpsplein het pelgrimshuis.
Meteen maken we kennis met Andrea, een pelgrim die ook vandaag is aangekomen. Het lijkt alsof hij hier al jaren woont; radio aan, aan het koken, kleding door het huis verspreidt. Hij kijkt op van zijn pan. Als Gepetto die Pinokkio ziet omarmd hij ons: ‘Ik heb voor tien man gekookt, er komt niemand. Willen jullie?’
Andrea is een Poolse man die al jaren rondtrekt, tussen het reizen door gaat hij naar Polen om wat geld te verdienen om weer verder te kunnen. Sinds hij naar Santiago is gelopen, is hij besmet met het pelgrimsvirus en doet hij niets liever dan bedevaarttochten lopen. ‘Zo langzaam mogelijk, hoe kleinere passen je zet, hoe mooier de wereld is.’
Als hij het naar zijn zin heeft op een plek, blijft hij er langer. Meestal slaapt hij buiten in zijn slaapzak. Door de regen is het noodgedwongen hier. Het is 21.30 uur als we onze slaapkamer opzoeken, moe van het lopen, moe van het praten. Morgen om 05.45 uur laten we ook dit huis achter.
Hoi!
Met veel plezier lees ik jullie dag-verslagen. Ook ik wil graag een keer naar Rome lopen. Ben er alleen nog niet uit van waaruit ik ga vertrekken en op welke termijn, haha. Nu druk met een eigen bedrijf en kinderen op de basisschool, dus voorlopig blijft het nog even bij dromen, maar daarom geniet ik des temeer van jullie verhalen 🙂
Groeten,
Anke
Hoi Anke! Wat fijn dat we de ruimte tussen je dromen en je realiteit kunnen opvullen met onze stukjes. Veel leesplezier!