Montefiascone – Vitterbo | Dag 88

We ontbijten in een grote tuin op het hoogste punt van de stad, omringt door een stadsmuur kijken we uit naar Vitterbo, waar we heen gaan. Het is hier stil, de stad lijkt ver weg.

Tijdens het afdalen naar de vallei horen we achter ons kleine voetjes tippelen. We maken kennis met Marie, een vrouw van veertig uit Engeland. Ze wandelt met lichtblauwe sandalen. Wij lijken wel holbewoners naast haar. We proberen haar tempo bij te houden. Ze houdt waanzinnig van wandelen en was van plan deze vakantie bergtochten te lopen. Na een paar dagen kreeg ze zo’n last van haar enkel, dat ze haar plan wijzigde. Ze wilde de Via Francigena gaan lopen, maar kreeg ook hier te veel last en is toen vanuit Pontremoli met de trein naar de kust gegaan om uit te rusten, nu is ze terug en wil ze toch weer naar Rome lopen. Met een grote glimlach vertelt ze dat ze mikt op 40 kilometer per dag. We hijgen zo vriendelijk mogelijk terug en zeggen dat we ons eigen ritme maar weer oppakken.

Het lopen gaat vandaag gelukkig weer wat beter dan gisteren, de omgeving is weleens inspirerender geweest dan deze lange stukken kaal boerenland. Dat we hebben besloten het R-woord even niet meer in de mond te nemen, helpt ook mee.

4 kilometer voor Viterbo zien we ineens in een weiland allemaal campers en auto’s staan. Het blijken de Terme dei Papi (“Thermen van de Pausen”), populaire warmwaterbronnen. Vroeger kwamen de Romeinen hier, tegenwoordig iedereen met een zwembroek. Er zijn modderbaden, massagemogelijkheden, allemaal rond de vulkanen die hier actief waren. Op de meeste plekken moet je eerst een luxe resort boeken, maar plekken als deze zijn gratis voor iedereen te gebruiken. Wij zien een mierenhoop van mensen in deze hete zitkuil van 65 graden. We twijfelen heel even om er ook gebruik van te maken, alleen we willen nog niet ontspannen, we kunnen niet ontspannen.

Als we verder lopen, zien we bij een van de kuilen een backpack liggen. De kleur komt overeen met de blauwe sandalen van Marie. Even verderop ligt ze op een bedje, zongebruind in bikini een boek te lezen. We lopen even naar haar toe. Ze vertelt dat ze die 40 kilometer toch niet ziet zitten, ze gaat voor de 18 kilometer naar Vitterbo. Niet meteen, over een paar uurtjes.

Zodoende komen wij dus eerder aan in Vitterbo, volgens ons boek een van best bewaarde middeleeuwse steden van Midden-Italië. Wij vinden het best groot. Als we Piazza Verdi oplopen, maken we kennis met Sandra. Blijkbaar was zij gisteren ook in het klooster waar wij waren. Ze had samen met Marie opgelopen, maar is al sinds Besancon onderweg. Het is niet gek dat die twee elkaar hebben gevonden, ze praat honderduit, snel en maakt de indruk weg te moeten.

Ze heeft al wat research met betrekking tot de overnachtingsadressen gedaan en vertelt dat de kerk niet thuis geeft, een ander adresje is opgedoekt en ze nu op zoek gaat naar een Convento elders in de stad waar opvang mogelijk is. Aangezien ze een goed woordje Italiaans spreekt, gooien wij ons plan om eerst te eten overboord en haken aan. We rennen met haar de hele stad door en krijgen vaak ‘non’ te verwerken.

We hebben nu nog twee opties; Cappuccini, een parochie ten oosten van de stad of B&B Italia in het westen. Na wat telefoontjes komen we erachter dat wij bij de parochie voor 15 euro per persoon kunnen slapen, en in de B&B voor 17,50 euro. Sandra kiest voor de eerste optie, wij hebben wel zin in een eigen keuken en weer eens wat echte privacy, dus gaan voor de b&b. Door het accomodatiegeregel zijn we te laat om fatsoenlijk te kunnen lunchen, wachten tot de avond is geen optie. We gaan voor de bar op de hoek, waar we een broodje ‘iets’ eten (geen idee wat daar tussen zat).

Nadat we na 17.00 uur onze spullen in de kamer gezet hebben en onder de douche zijn gesprongen, besluiten we nu maar even rustig de historische stad te bekijken. We bezoeken een mooie kerk met moeilijke namen, en zien in een museum enorme Romeinse schilderijen. We leren dat de huidige manier om een Paus te kiezen – met z’n allen in een hokje tot er witte rook is – hier is ontstaan.

Als we in de namiddagzon op een stenen muurtje de dag evalueren en toch spijt hebben niet in een zitkuil van 65 graden te zijn gaan zitten, spreken we af vanaf nu meer te gaan genieten. We laten ons niet meer gek maken door de kilometers, het R-woord, de terugreis en die gekke pelgrims onderweg. Het is onze reis, op onze manier zijn we zover gekomen en op onze eigen wijze gaan we verder.

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *