Wat gaat de laatste dag van september ons brengen? Sowieso een prachtige morgen. We slaan de deuren van ons stulpje dicht, lopen via de country roads in de richting van Vertralla.
De weg is wisselend, we zien grote, droge weide, dan weer ranzige weggetjes waar de lokalen afval dumpen, omdat de milieustraat te ver rijden is of geld kost. Het laatste deel van de wandeling staat in het teken van die harige mormels die we tijdens deze reis alleen maar minder zijn gaan mogen. Het is hier hip om zoveel mogelijk beesten los in je tuin te laten lopen. Het geintje is dat ze dan een piepklein – nog enigszins lief – exemplaar op een paar honderd meter op de uitkijk zetten, die voortdurende op een hoge toon keft. Eenmaal bij het huis komt grote broer om de hoek, vaak een kwijlerige herdershond die oorverdovend hard in onze oor blaft tot we de hoek om zijn en uit het zicht. Wij mochten ze al niet, en nog steeds niet. Het is niet eens de angst, het is haat en irritatie.
De laatste dag van september is de dag van de grote verandering. We willen meer genieten, dus kom! We laten dit negatieve gevoel gaan en maken ruimte voor plezier en vertier.
We zoeken in Vertralla een betaalbaar restaurant om ons goede voornemen waar te maken. We bestellen voor 6 euro een heerlijke spaghetti. Het is een vol bord, dus vanavond kunnen we het doen met wat oud brood dat we nog hebben.
We gaan op zoek naar Don Luigi die bij de Francesco hoort; via wat omwegen staan we in de tuin van de kerk, op een trap voor een deur. Achter de deur zien we een boel mensen bewegen, we worden opgemerkt en binnengelaten.
We komen binnen in een grote zaal waar verschillende tafels staan. De eerste twee tafels zijn gevuld me vele kinderen, er omheen lopen volwassenen heen en weer met eten.
Don komt op ons af en heet ons hartelijk welkom. Voordat wij hem ons enige doch geniale Italiaanse volzin presenteren, worden we aan een tafel gezet met een bord pasta voor onze neus.
De eerste keer dat kiezen voor een lunch om daarna een slaapplek te zoeken, krijgen we dit. We lachen naar elkaar en zoeken naar ruimte in ons hoofd en maag om dit bord weg te werken. Aangezien we nog geen slaapplek hebben, is weigeren geen optie. De pasta blijkt koud en zeker geen 6 euro te hebben gekost. Een kwartier later zit Ewout trots als een kind met het lege bord, Jolanda stopt wat spaghetti in het servet en laat een acceptabel bergje over.
Er komen twee vrouwen op ons af. De eerste neemt de borden mee. De tweede komt met een nieuw bord. Aardappels en een plat stuk vlees. Op hetzelfde moment heeft de klas te horen gekregen wie wij zijn en zo staren er veertig ogen naar ons met de twee volle borden en geen enkele behoefte nog te eten.
‘Kijk me niet aan, Jolanda,’ zegt Ewout en begint te eten.
‘Dit is niet te doen, echt niet.’ Jolanda doet haar ogen dicht en begint te proppen.
Intussen zijn de kinderen opgestaan en komen in tweetallen langs onze tafel. Ze geven ons een hand, verder krijgen we fruit en koekjes van ze.
‘Ja kinderen, deze pelgrims hebben sinds Canterbury al niet meer gegeten.’
Na de laatste hap vegen we onze tranen weg. Don staat voor ons. We mogen blijven slapen. In de tuin is een apart huisje met een matras, in de kelder van dit huis is een douche. We knikken omdat we niet anders kunnen, onze mond openen zou minimaal een artisjokkenhart op zijn witte boord betekenen.
Als de kinderen ook allemaal klaar zijn met het eten, bidden ze gezamenlijk met de pastoor en geven ze ons applaus voor onze loopprestatie. Het is ongemakkelijk en naargeestig.
We ploffen neer op bed, het is pas middag. We slapen kort en doen wat inkopen.
Om 19.30 uur zijn we uitgenodigd voor het eten, we hebben geen keuze (en geen woorden) om dit te weigeren en dus zitten we een paar uur later weer aan de lange tafel. Gelukkig met minder mensen, enkel één familie waarvan moeder een bord risotto heeft gemaakt.
Het licht in de keuken is uit, dat is een goed teken.
Als we trots het bord leeg eten, zien we in onze ooghoeken het licht in de keuken weer aan gaan, nee hè!
Jawel, een tweede gang. Sla met vlees!
Ewout loopt rood aan en weet niet of hij moet lachen of huilen. Jolanda zit met braakneigingen water weg te werken.
Hoe het lukt, het lukt. De borden zijn zo goed als leeg en belangrijker nog: de familie is tevreden.