Kolonel Albatros

Kolonel Albatros

Onze vouwwagen staat helemaal achterin. Het is niet de beste plek – zanderig, veel zon – maar de schaduw van de eikenboom geeft in de namiddag wat verkoeling. Gisteren staarde ik over het kampeerveld en zag hoe een grijs getint koppel arriveerde en een De Waard tent optuigde: de Bosuil. Ik stond op van mijn stoel en fluisterde naar Jo: ‘check daar, kolonel Bosuil’. De komst van de kolonel was toch het startsein voor het grote ontspannen met – eerlijkheidshalve – een vleugje melancholie.

<korte uitleg voor niet-kampeerders>

Op iedere kampeerveld, waar ook ter wereld, wordt een kolonel aangewezen. Voor een aangename vakantie is het noodzakelijk dat de balans op het kampeerveld goed blijft. Bij het aanwijzen van een kolonel kijkt men naar het kampeermiddel. Bovenaan de lijst staan tenten van het merk De Waard, daarna volgen andere merken.  De kolonel verdeelt de elektriciteit over het veld, de sterkte van de wifi, de hardheid van het water. Verder is de kolonel het eerste aanspreekpunt bij storm, de leidinggevende bij onrust.

</einde uitleg>


Mijn ouders hadden vroeger de Albatros, een gewilde tent, ontworpen door Meneer De Waard. Ik ben bevoorrecht opgegroeid met onbezorgde vakanties waar mijn vader als kolonel Albatros over de camping paradeerde op zoek naar andere kolonels die hij steevast aansprak met de naam van hun tent: ‘Velduil’ zei hij dan of ‘Zilvermeeuw’.
Volkse kampeerders kwamen regelmatig buurten. Dan hoorden we in de verte al het platvloerse: ‘Kijk daar is zo’n De Waard.’
We keken niet op van die aandacht en gingen desgevraagd op de foto. Mijn vader wachtte altijd tot het bezoek voor de tent stond en liep dan de voortent uit.

‘Albatros’ zei hij en gaf alle gezinsleden een hand. Daarna wees hij naar de enorme tent met een wirwar aan lijnen: ‘Stormvast’. Onze Albatros kon volgens hem tegen windkracht 12. De vakanties uit mijn jeugd stonden in het teken van een mogelijke storm. Zodra het begon te waaien en de blauwe lucht op Texel maakte plaats voor wat wolken, trok mijn vader zijn laarzen en regenpak aan en begon stormscheerlijnen te spannen. Mijn moeder keek opgewonden toe, na de laatste haring was het haar beurt. Met een paraplu prikte ze gaatjes rond de tent. Niet veel later zag je op andere kampeerveldjes kolonels zijn voorbeeld volgen.

Vannacht, toen Jo en de kinderen sliepen, kreeg ik heimwee naar die vakanties. Ik kroop de vouwwagen uit en liep over het donkere veld naar Bosuil. Het licht in de tent was uit maar door het grote raam in de zijluifel zag ik ze in de voortent zitten: Kuifmees, Papegaaiduiker, Staartmees en Stormvogel. Kolonel Bosuil zat in het midden en sloeg drie keer met een gouden haring op een fles champagne. Na de derde slag begon Kuifmees te neuriën, Stormvogel volgde. Het was zacht maar allesoverheersend. Ik was even terug op Texel, 1992.

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *